Adopt don't shop
In België lopen er meer dan 2 miljoen honden en katten rond. Er zijn 40 kattenrassen en om en bij de 400 hondenrassen om uit te kiezen. Honden zijn ongeveer drie keer zo lang bij de mens dan katten. Katten moesten heel hun bestaan maar 2 dingen doen: gezelschap zijn of op muizen jagen. Honden hebben we door de jaren heen veel meer taken opgelegd: jagen, beveiligen…daardoor hebben ze veel uiteenlopende karakters ontwikkeld.
Door de jaren heen zijn katten zijn in aantallen populairder geworden dan honden. Dat komt omdat ze in het algemeen makkelijker zijn, denk maar aan onderhoud en je kan ze langer alleen laten. Je hebt ook minder plaats nodig om een kat onderdak te bieden. Zo kunnen ze al snel perfect hun plekje vinden in een appartement. Natuurlijk is niet elke hond en elke kat hetzelfde. Er zijn bijvoorbeeld katten die last hebben van verlatingsangst, net zoals er honden zijn die je wel perfect alleen thuis kan laten. We spreken daarom liever over individuele dieren, in plaats van dé kat en dé hond.
Een kat of een hond in huis halen vraagt om enige voorbereiding. Bij honden stellen we ons standaard de vraag: wil ik een bastaard of een rashond? Dat ligt bij katten iets anders. Van de 10 katten zijn er bijvoorbeeld maar twee dieren echt raskatten. Bij honden is dat juist het tegenovergestelde en spreken we minder snel van ‘bastaardjes’. Meestal zijn rashonden in principe bastaarden want ze worden gecreëerd door kruisingen van verschillende honden.
Elke hond met een stamboom is een rashond, maar niet elke rashond heeft een stamboom.
Om een stamboom te hebben voor katten en honden, die moet je aanvragen. Dat wil zeggen dat ze zowel een voornaam als een achternaam hebben. Een rashond hebben geeft een aantal voordelen. Je kan bijvoorbeeld ongeveer inschatten wat de eigenschappen van het dier zullen zijn. Neem het wel met een korreltje zout.
Een nadeel is dat rasdieren heel vaak erfelijke aandoeningen hebben. Een goed voorbeeld zijn de kortsnuitige honden en katten zoals de Perzische kat. De bovenkant van de muil is verkort en ook de huid is even klein, waardoor ze een rimpelige huid hebben. De neus zit zo diep in de snoet waardoor ze nauwelijks kunnen ademen. Het zijn dieren die voortduren last hebben van hun erfelijke eigenschappen.
Als je een rasdier in huis haalt, zorg er dan voor dat je naar een goede fokker gaat.
Als een fokker de hond of kat niet zomaar meegeeft, dan heb je een goede fokker. Je moet hem/haar namelijk overtuigen dat je een warme thuis kunt bieden voor het dier. Het gebeurt nog heel vaak dat mensen naar een broodfokker gaan. Een goede fokker heeft normaal gezien één, maximum twee rassen in huis. Een broodfokker heeft vaak verschillende rassen honden én katten waaruit je kan kiezen. De eerste levensjaren van dieren zijn heel belangrijk. Als het daar fout gaat is het heel moeilijk om dat opnieuw recht te trekken. Daarom is een goede start van groot belang.
Adopt don’t shop: Dit wilt niet zeggen dat je een geen dier mag halen bij een goede fokker, dat mag uiteraard wel. Maar ‘shoppen’, dat doe je bij een broodfokker.